Verschillende architecten en lichtontwerpers werken volgens NEN al met daglichtfactoren. “Daarmee krijgen ze inzicht in het lichtbeeld van de ruimte. Met daglichtfactoren kan een betere afstemming worden gemaakt met kunstlicht, waardoor energie bespaard kan worden. Ook geeft dit een beter/gelijkmatiger lichtbeeld wat zorgt voor meer welbevinden, hogere productiviteit en gezondheidsvoordelen.”
Een daglichtfactor kan gedefinieerd worden als de verhouding tussen de hoeveelheid daglicht in een ruimte en de hoeveelheid daglicht buiten. “Er bestaan veel programma’s die dit kunnen uitrekenen. De uitkomsten zijn echter niet altijd vergelijkbaar. Daarom zijn binnen Europa afspraken gemaakt in NEN-EN 17037, bijvoorbeeld over de plek van de rekenpunten. Aanvullend ontwikkelt NEN een praktijkrichtlijn (NPR 4057) met toelichting en nadere afspraken die bij onze breedtegraad passen.”
In het Bouwbesluit 2012 wordt volgens de woordvoerder een daglichteis gesteld op basis van de raamoppervlakte. “De vorm van de ruimte achter het raam maakt dan niets uit. In de praktijk is dat beslist anders. Op een werkplek die 2,5 meter uit de gevel ligt, is de daglicht dosis maar nauwelijks 25 procent van een werkplek die direct aan het raam is gelegen. Met daglichtfactoren is dat snel duidelijk. Daarom adviseert NEN het ministerie om daglichtfactoren in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) op te nemen, als moderne opvolger van NEN 2057.”
Begin 2021 zal de publieke consultatie voor NPR 4057 worden gehouden. “In een webinar zullen we de wijzigingen toelichten.”